Suikerziekte bij de hond is een ziekte waarbij er in het lichaam een tekort is aan insuline. Insuline is een stof die door de alveesklier wordt geproduceerd en die een belangrijke rol speelt bij het reguleren van de hoeveelheid glucose in het bloed. Glucose is een belangrijke brandstof voor het lichaam, sommige organen zoals de hersenen kunnen zelfs niet functioneren zonder. Het is dus erg belangrijk dat de hoeveelheid glucose in het bloed goed wordt gereguleerd.

Door het eten van voedsel komt er een hoeveelheid glucose in het maagdarmkanaal en dit wordt door de darmen opgenomen in de bloedbaan. Als de hoeveelheid glucose in het bloed stijgt krijgt de alvleesklier een signaal en   wordt er insuline geproduceerd. Deze insuline zorgt ervoor dat glucose uit de bloedbaan wordt opgenomen in de cellen, het glucose gehalte in het bloed zakt en de cellen (bijvoorbeeld van de hersenen) krijgen energie om hun werk te doen. Als een tijd na de maaltijd het glucose gehalte van het bloed laag wordt stopt de productie van insuline en wordt een ander hormoon (namelijk glucagon) gemaakt om het omgekeerde proces in gang te zetten, vanuit bepaalde cellen (voornamelijk de lever) wordt glucose vrij gemaakt en in de bloedbaan gebracht. Via deze regulatie blijft de hoeveelheid glucose in het bloed min   of meer constant gedurende de dag.

Vormen van suikerziekte bij de hond

In principe zijn er twee vormen:

  1. De alvleesklier maakt onvoldoende insuline: Dit kan aangeboren zijn, soms wordt het vermogen om insuline te produceren ook aantast door een ontsteking van de alvleesklier.
  2. De cellen reageren niet op het aanwezige insuline:  Dit kan vele redenen hebben, oa: vetzucht, loopsheid, stress, infecties, toediening van bepaalde medicijnen.

De verschillende vormen lopen in elkaar over omdat het kan gebeuren dat de cellen van de alvleesklier uitgeput raken als ze steeds heel veel insuline moeten produceren omdat het lichaam niet goed op insuline reageert. Hierdoor zakt de productie van insuline en gaat dus het 2e type over in het 1e.

Symptomen  

De meest voorkomende symptomen van suikerziekte bij de hond:

  1. Veel plassen en drinken: Als er een tekort is aan insuline blijft de glucose in de bloedbaan en kan dit gehalte veel te hoog worden. Hierdoor kan het filtersysteem in de nier niet meer alle glucose tegenhouden en komt er glucose in de urine terecht. Glucose trekt (net als bv zout) water aan waardoor er veel meer urine wordt geproduceerd. Omdat er heel veel water verloren gaat ontstaat er natuurlijk voortdurend dorst.
  2. Veel eten en toch gewicht verliezen: Omdat er erg veel energie in de vorm van glucose verloren gaat via de urine, moet een dier met suikerziekte erg veel eten om op gewicht te blijven.
  3. Oogproblemen: Door de grote hoeveelheid glucose in het bloed ontstaan er sneller cataract (troebeling van de lens).
  4. Zenuwproblemen: Zenuwen kunnen door blootstelling aan hoge concentraties glucose        beschadigd worden. Met bepaalde verlammingen tot gevolg.

Diagnostiek 

De diagnose suikerziekte bij de hond kan meestal redelijk eenvoudig gesteld worden naar aanleiding van een combinatie van het verhaal van de eigenaar en bloedonderzoek, soms is aanvullend urine onderzoek gewenst.

Therapie

De behandeling van een suikerpatiënt vereist enige inzet van de eigenaar! Het belangrijkste onderdeel van de behandeling is het aanvullen van het insulinetekort. Dit doen we middels injecties, die u als eigenaar zelf toedient. Daarnaast is het belangrijk om alle onderliggende oorzaken, die tot suikerziekte hebben kunnen leiden, weg te nemen. Denk hierbij aan vermageren van obese patiënten en het castreren van intacte   teven.

Vragen?  

Mocht u nog vragen hebben over suikerziekte bij de hond, u kunt de dierenartsen bereiken tijdens het telefonisch spreekuur (maandag t/m zaterdag tussen 08.00 en 09.00) of maak een afspraak met een dierenarts op onze vestiging in Leiden of  Voorschoten.

Suikerziekte