Door middel van een enting kunt u uw hond beschermen tegen gevaarlijke en vaak dodelijke ziektes. Hiernaast doen wij bij de vaccinatie standaard een lichamelijk onderzoek. Omdat uw hond bij de enting helemaal wordt nagekeken kunnen we eventuele problemen in een vroeg stadium opsporen.
Algemeen entschema voor de hond
6 weken: ‘voorlopige’ Hondenziekte + Parvo
9 weken: ‘definitieve’ Hondenziekte + Parvo + Weil
12 weken: ‘definitieve’ Hondenziekte + Parvo + Weil
16 weken: eventueel nog een herhaling van Parvo + Weil
1 jaar: Hondenziekte + Parvo + Weil
Jaarlijkse herenting: Weil
Driejaarlijkse herenting: Hondeziekte en Parvo
Hondsdolheid: afhankelijk van bezoek buitenland
Kennelhoest: afhankelijk van bezoek pension, tentoonstelling, uitlaatservice, puppiecursus etc.
Hieronder vindt u een korte beschrijving van de aandoeningen waartegen wij vaccineren.
Hondenziekte (ziekte van Carre)
Hondenziekte is vooral bij jonge, niet geënte, honden een veel voorkomende virusinfectie met als belangrijkste symptomen: braken, diarree, neus- en ooguitvloeiing, hoesten en koorts. In ongeveer 50% van de gevallen leidt een infectie tot de dood. Wordt overgebracht via ontlasting, speeksel en urine.
Preventie:
– Enting ‘voorlopige’ hondenziekte met parvo op een leeftijd van 6 weken.
– Enting ‘definitieve’ hondenziekte op een leeftijd van 12 weken.
– Enting hondenziekte op een leeftijd van 1 jaar
– Daarna: 1x per 3 jaar
Parvovirus
Een vooral bij pups en oude honden voorkomende virusinfectie met voornamelijk symptomen van het maagdarmkanaal (braken en diarree). Verspreiding via de ontlasting. Leidt vooral bij jonge honden vaak tot de dood.
Preventie:
– Met een ‘dode’ entstof is enten mogelijk vanaf een leeftijd van 2 weken. Dit is vooral nuttig bij pups van niet geënte teven. Ook drachtige teven kunnen met deze entstof gevaccineerd worden.
– In het algemeen wordt er geënt vanaf een leeftijd van 6 weken. Enting op 9 en 12 weken herhalen en met
1 jaar. Hierna is een driejaarlijkse hervaccinatie is nodig.
– Hierna is een driejaarlijkse hervaccinatie is nodig.
Ziekte van Weil (Leptospirosis)
Een bacteriële infectie van lever en nieren. Wordt verspreid via urine, speeksel en sperma van besmette honden en ratten.
Preventie:
Jonge honden moeten 2 x geënt worden, op een leeftijd van 9 en 12. De enting is alleen zinvol als hij herhaald wordt in 2 tot 6 weken na de eerste enting. Daarna jaarlijks. Wordt de jaarlijkse enting vergeten, dan moet de basis enting, dus 2 x enten, opnieuw gegeven worden.
Kennelhoest
Een infectieziekte met vooral symptomen van de voorste luchtwegen (hoesten). Alle kennelhoest-entingen richten zich op de belangrijkste veroorzaker van kennelhoest: Bordetella Bronchiseptica (een bacterie).
Preventie:
Er zijn 2 mogelijke entmethoden:
- Intranasaal (in de neus)
Deze enting niet gebruiken bij drachtige teven en bij honden jonger dan 2 weken. Geeft reeds na 5 dagen een (vooral plaatselijke) bescherming: bij een klein deel van de geënte honden kan een entreactie in de vorm van hoesten optreden. Eenmalige enting is voldoende. Jaarlijkse hervaccinatie.
- Injectie (geeft duidelijk minder bescherming)
Eerste vaccinatie bestaat uit 2 entingen met een interval van minimaal 2-3 weken. Er kan vanaf een leeftijd van 6 weken geënt worden. Jaarlijkse hervaccinatie.
NB: De kennelhoestentingen worden in het algemeen alleen gegeven aan honden die in een pension gaan of regelmatig tentoonstellingen of dergelijke bezoeken. De enting is in deze situaties dan vaak ook verplicht.
Hondsdolheid (Rabies)
Een virusinfectie die bij alle zoogdieren voorkomt en overgebracht wordt door de beet van een besmet dier. Als belangrijkste symptomen zien we vooral zenuwverschijnselen als excitatie en verlammingen. De ziekte is 100% dodelijk.
Preventie:
Vaccineren kan vanaf een leeftijd van 3 maanden. De vaccinatie voor de hond is drie jaar geldig. Zodra u met uw dier naar het buitenland wilt reizen, moet de hond een geldige rabiësvaccinatie hebben. De vaccinatie moet minimaal 21 dagen voor vertrek gegeven worden. Voor sommige landen gelden aanvullende invoereisen, u kunt deze terugvinden op www.licg.nl
Babesiosis
Hoofdzakelijk in Zuid-Europa voorkomende bloedparasiet, wordt door teken overgebracht.
Preventie:
Vaccineren is mogelijk na de vijfde levensmaand (2x met een interval van 3-4 weken). Hervaccinatie na ½ tot 1 jaar, afhankelijk van de infectiedruk. Nooit toedienen aan drachtige teven of tegelijkertijd met een andere enting. Nadeel: het is een zeer dure enting. Als alternatief is het mogelijk de hond 1 dag voor vertrek (soms kortdurende misselijkheid na injectie) in te spuiten met het medicijn dat gewoonlijk bij Babesiosis gebruikt wordt. Dit geeft een kortdurende bescherming (ongeveer 2 weken), die jammer genoeg niet voor 100% betrouwbaar is. Wij raden u dan ook aan om infectie te voorkomen door de hond goed te beschermen tegen teken doormiddel van een band of pipetten.
Vragen over entingen bij de hond ?
Mocht u nog vragen hebben, u kunt de dierenartsen bereiken tijdens het telefonisch spreekuur (maandag t/m zaterdag tussen 08.00 en 09.00) of maak een afspraak met een dierenarts op onze vestiging in Leiden of Voorschoten.