Vaccinatie van de pup
Een pup hoort 3 basisvaccinaties te krijgen. Als het goed is heeft uw pup een dierenpaspoort waarin de vaccinaties worden bijgehouden. De eerste enting hoort de pup al bij de fokker te krijgen op een leeftijd van 6 weken. De vervolg entingen moeten worden gegeven op 9 en 12 weken leeftijd. Na deze vaccinaties is jaarlijks hervaccineren voldoende. Uitgebreide informatie over deze entingen vindt u in het artikel over entingen.
Houdt er rekening mee dat als u uw pup meeneemt naar het buitenland of als de pup naar een pension, een uitlaatservice of een hondenschool gaat er vaak aanvullende entingen vereist zijn zoals de kennelhoest enting.
Meer informatie over reizen met uw hond naar het buitenland vindt u hier.
Voorafgaand aan een vaccinatie zal de dierenarts uw pup onderzoeken, een aantal dingen met u bespreken en u krijgt de gelegenheid om vragen te stellen. Daarnaast krijgt u van ons bij het eerste bezoek een puppakket met nuttige informatie.
Als uw pup nog niet volledig geënt is moet u contact met vreemde honden zoveel mogelijk vermijden, omdat uw pup nog geen volledige bescherming heeft tegen besmettelijke aandoeningen. Het is natuurlijk wel zeer belangrijk dat uw pup leert om met andere honden om te gaan, zoek daarom honden uit waarvan u weet dat ze goed gevaccineerd zijn, en ga nog niet wandelen op de drukst bezochte hondenuitlaat plaatsen.
Ontworming van de pup
Pups kunnen via de placenta en moedermelk al een wormbesmetting oplopen. Mogelijk heeft u van de fokker een ontwormschema meegekregen en heeft de fokker al de eerste behandeling uitgevoerd. Informeer tijdens de entingen of er nog aanvullende behandeling nodig is.
Ook buiten kunnen honden besmet raken met wormen, om die reden adviseren wij om standaard 1 keer per jaar te ontwormen, dit kan tijdens de jaarlijkse vaccinatie worden gedaan. Een half jaar later controleren wij middels een ontlastingsonderzoek of er sprake is van een worm-infectie.
Vroeger werd gedacht dat 20% van de honden een spoelworminfectie bij zich had. Uit eigen onderzoek op onze praktijk en uit nog onofficiele cijfers van de faculteit diergeneeskunde in Utrecht blijkt dit percentage rond de 5% te liggen. Daarom is het verstandig om een half jaar later de ontlasting van de hond te controleren op de aanwezigheid van wormen, u ontvangt op de praktijk een pakketje met informatie en materiaal om de ontlasting op te vangen (voor meer informatie zie ook het artikel wormonderzoek bij de hond).
Op deze manier controleren wij uw hond op de aanwezigheid van wormen en worden er niet onnodig veel ontwormmiddelen gebruik.