Groeipijn komt vaak voor bij jonge honden in de groei. Het gaat vanzelf over als de hond geheel is uitgegroeid, zo rond de 18 maanden. De symptomen worden meestal voor het eerst gezien rond 4-5 maanden en kunnen erg wisselend zijn. Groeipijn komt het meest voor bij grote snelgroeiende rassen. Het wordt ook gezien bij de Engelse en de Franse Bulldog. Het wordt vaker gezien bij Duitse Herders dan bij andere rassen. Door de leeftijd waarop het voorkomt en de symptomen, kan het beeld erg lijken op andere ernstige aandoeningen, zoals Elleboogdysplasie (ED) en Heupdysplasie (HD).
Anatomie van het bot
Om goed te kunnen begrijpen hoe groeipijn ontstaat, is het belangrijk om een en ander te weten over de anatomie en de bloedvoorziening van een bot.
Een bot is opgebouwd uit twee delen:
- De buitenkant (de schors of cortex)
- De binnenkant (het merg of de medulla)
Om het bot heen ligt het beenvlies (periost). In het beenvlies zitten heel veel zenuwen, waardoor het dus erg gevoelig is. Het bot krijgt zijn voeding via bloedvaten, die door een gaatjes in het bot gaan. Zo’n gaatje heet een voedingskanaal. Tijdens de groei van de hond is er veel activiteit in het bot en is de voedingsbehoefte dus groot. Dit betekent dat de aanvoer van voeding toeneemt en dat er grotere bloedvaten naar het bot toegaan. De afvoerende vaten worden ook groter. De bloedvaten gaan via een voedingskanaal het bot in en dat voedingskanaal zou dan ook groter moeten worden, doordat het lichaam bot moet gaan afbreken om ruimte te maken voor de groeiende bloedvaten. Als het bloedvat sneller groeit dan de afbraak van bot gaat, wordt het bloedvat bekneld, omdat het gat niet snel genoeg groter wordt. De wand van de aanvoerende vaten is dikker dan die van de afvoerende vaten en wordt dus minder snel dicht gedrukt. Het gevolg is dat er meer bloed het bot in gaat dan er afgevoerd kan worden. Door de toenemende druk gaat het bloed een andere ‘toevlucht’ nemen waardoor het beenvlies gaat opbollen. Omdat er zoveel zenuwen in het beenvlies zitten, doet dit erg zeer. Deze pijn noemen we groeipijn. Een andere naam hiervoor is enostosis of panostitis.
Symptomen
Het belangrijkste symptoom van groeipijn is pijn en dat kan zich bij verschillende dieren op verschillende manieren openbaren. Het lastige is dat de mate van pijn wisselt en ook kan de pijn per ledemaat wisselen. Naast kreupel lopen kunnen dieren ook andere symptomen vertonen:
- Verminderde eetlust
- Koorts
- Niet willen lopen of opstaan.
Deze symptomen kunnen ook bij veel andere aandoeningen passen.
Diagnose
Tijdens het lichamelijk onderzoek valt op dat een dier pijnlijk is aan een of meerdere poten. Het uitoefenen van druk op met name de langere botten is erg pijnlijk. Op basis hiervan ontstaat de verdenking van groeipijn. Omdat groeipijn erg lijkt op andere orthopedische aandoeningen is het belangrijk om de diagnose met behulp van een röntgenfoto te bevestigen. Het duurt enkele weken voordat de afwijkingen op de röntgenfoto zichtbaar zijn. Soms kan het dus gebeuren dat de foto geen afwijkingen vertoont, maar dat de verdenking op groeipijn wel blijft bestaan.
Afbeelding: röntgenfoto van een dier met groeipijn
Behandeling en prognose
Omdat groeipijn uiteindelijk vanzelf overgaat is de behandeling gericht op symptoombestrijding door middel van pijnstilling/onstekingsremming en rust. De prognose is uitstekend.
Vragen?
Mocht u nog vragen hebben, u kunt de dierenartsen bereiken tijdens het telefonisch spreekuur (maandag t/m zaterdag tussen 08.00 en 09.00) of maak een afspraak met een dierenarts op onze vestiging in Leiden of Voorschoten.