In de meeste gevallen is de echo zeer geschikt voor het doen van onderzoek van onder andere de blaas, nieren, lever, milt, darmen, baarmoeder en prostaat. Met de echo kan niet alleen de grootte van een orgaan maar ook de positie en structuur beoordeeld worden. Naast het bekijken van de organen, is het mogelijk onder echobegeleiding vloeistof te puncteren (bijvoorbeeld uit de blaas) of kleine stukjes weefsel van organen weg te halen voor verder onderzoek (biopt).
Om een echo van de buik te maken, wordt het dier op de rug gelegd op een kussen. De buik wordt geschoren en er wordt gel aangebracht om betere beelden te verkrijgen.