De eerste krolsheid bij de kat is te verwachten tussen de vierde en de negende levensmaand, met uitschieters zowel naar boven als naar beneden. Bepaalde rassen zoals de siamees en burmees (oosters type rassen) worden eerder krols dan bv. onze eigen huiskat (de Europese korthaar).

Van nature heeft een kat een seizoensgebonden krolsheid. Vooral het langer worden van de dagen (in het vroege voorjaar) zorgt ervoor dat in de hypofyse de Follikel Stimulerend Hormoonproductie (FSH) op gang komt. Dit FSH stimuleert op de eierstok de groei van de eitjes. Dit eitje is gelegen in een blaasje: de follikel. De follikels produceren oestrogenen. Deze oestrogenen veroorzaken het krolsheids gedrag. Doordat onze moderne katten in onze huizen leven; veel licht en warmte, is de cyclus niet meer afhankelijk van vroege voorjaar en zomer en gaat vaak het hele jaar door.

De krolsheid duurt gemiddeld 4-8 dagen. Wordt het dier tijdens de krolsheid niet gedekt, dan volgt de volgende krolsheid meestal na 3 weken (afhankelijk van ras en leefomgeving).

Een kat heeft een geinduceerde ovulatie. Dit is ook het geval bij andere katachtigen, het konijn en de kameel.  Een geinduceerde ovulatie wil zeggen dat de eisprong wordt veroorzaakt door prikkeling van de vaginawand (dekking). Voor dit doel heeft een kater op zijn penis een soort weerhaakjes. Zonder deze prikkeling van de vaginawand treedt de eisprong dan ook niet op.  Het gevolg is dat een poes die niet gedekt wordt dan ook vaak langer krols is. Het voordeel van dit systeem is dat de eisprong vrij snel na de dekking optreedt, en zo de kans op drachtigheid na een dekking erg groot is.

Een poes is niet monogaam en kan in een krolsheidsperiode met meerdere katers paren.

Verschijnselen van de krolsheid

• rusteloosheid
• met het lichaam plat op de grond gaan liggen, achterwerk omhoog en trappelen met de achterpoten
• veel miauwen
• weinig eetlust
• naar buiten willen, op zoek naar katers
• soms onzindelijkheid
• extra aanhalig
• een enkele keer niets van dit alles

Preventie van de krolsheid

1. Sterilisatie

Als duidelijk is dat men de poes nooit wil laten jongen is sterilisatie de beste optie. De risico’s van de operatie zijn over het algemeen zeer laag en de nadelen van het gesteriliseerd zijn, zijn bij een kat bescheiden. Het feit dat een gesteriliseerde poes makkelijker dik wordt is te bestrijden door minder eten te geven.( De kans om dikker te worden treedt overigens ook op bij pilgebruik). Het grote voordeel van sterilisatie is de duidelijk verkleinde kans op melkkliertumoren, en de onmogelijkheid om nog een baarmoederontsteking te krijgen. Een poes steriliseren kan vanaf een leeftijd van 7 a 8 maanden, of al eerder als ze al voor die tijd krols zijn geweest.

2. Anti-conceptiepil

Dit is een hormoon tabletje dat een maal per week op dezelfde dag gegeven moet worden. Het dier wordt niet meer krols. Nadeel van het pilgebruik is de grotere kans op melkkliertumoren en baarmoederontstekingen. Ons advies is dan ook om deze niet levenslang te geven. Vanwege de bijwerkingen mag de anti-conceptiepil niet aan katten gegeven worden die nog niet krols zijn geweest.

 3. SHAM-dekking

Men kan zelf een dekking nabootsen. Dit kunnen wij voor u doen, u kunt het ook zelf doen. Hieronder wordt geschreven hoe dit in zijn werk gaat:

Het uitvoeren van een sham-dekking

U pakt een wattenstaafje en maakt dit vochtig met water. Het gemakkelijkst is om de sham-dekking met 2 personen uit te voeren. Eén persoon kriebelt op de rug, zodat de poes haar achterhand omhoog brengt. Pak de poes met de andere hand in het nekvel. Dit klinkt onvriendelijk, maar de kater bijt haar ook in het nekvel om haar vast te houden! Vervolgens steekt u het wattenstaafje een klein stukje in de vagina: het onderste van de 2 openingen. Beweeg het wattenstaafje voor een paar seconden heen en weer.

U kunt dit 2-3x herhalen om de kans op slagen te verhogen.

Vragen?

Mocht u nog vragen hebben over de krolsheid bij de poes, u kunt de dierenartsen bereiken tijdens het telefonisch spreekuur (maandag t/m zaterdag tussen 08.00 en 09.00) of maak een afspraak met een dierenarts op onze vestiging in Leiden of Voorschoten.