Een veel voorkomende aandoening bij katten is (chronisch) nierfalen. Dit wil zeggen dat de nieren onvoldoende functioneren, waardoor uiteindelijk een kat ziek wordt. De nier is een ingewikkeld orgaan met verschillende functies. Op het moment dat de nieren niet goed functioneren, raken er dan ook meerdere processen in het lichaam verstoord. Om deze reden worden er bij een kat met een verdenking op chronisch nierfalen een aantal onderzoeken uitgevoerd en bestaat ook de behandeling uit een aantal componenten. Omdat nierfalen niet te genezen is, maar het proces wel vertraagd kan worden voeren we daarnaast regelmatig controles uit.
Onderzoeken
Om nierfalen bij een kat vast te stellen en de ernst in te schatten, doen wij diverse onderzoeken.
Bloedonderzoek:
1) Nierwaarden
Met behulp van een bloedonderzoek kan de diagnose ‘nierfalen’ worden gesteld. Hierbij meten we minimaal twee waarden (ureum en creatinine) in het bloed, stoffen die normaal gesproken door de nieren worden uitgescheiden en afgevoerd via de urine. Als de nieren niet meer goed werken worden deze stoffen niet goed meer uitgescheiden en stijgen de waardes in het bloed. Als deze stoffen in het bloed ophopen, veroorzaken ze onder andere misselijkheid en verminderde eetlust.
Op het moment dat we in het bloed afwijkingen vinden, is al 75% van de nierfunctie verloren.
2) Aantal rode bloedcellen
Dit wordt gemeten omdat veel patiënten met een nierprobleem bloedarmoede ontwikkelen. Katten met bloedarmoede zijn vaak sloom.
3) Kalium
Het gehalte kalium in het bloed is bij katten met nierfalen vaak te laag. Een laag kalium geeft hartritmestoornissen en spierzwakte en moet dus aangevuld worden.
4) Fosfaat
De nier speelt een belangrijke rol bij het reguleren van het fosfaatgehalte in het bloed. Bij nierpatiënten is het fosfaat soms abnormaal hoog, waardoor meerdere processen in het lichaam verstoord worden. Bovendien voelen katten met een hoog fosfaatgehalte zich niet lekker.
5) Bloeddrukmeting
De nier speelt een belangrijke rol het reguleren van de bloeddruk. Bij patiënten met nierfalen is vaak sprake van een te hoge bloeddruk. Een hoge bloeddruk is weer schadelijk voor de bloedvaten van de nieren en verergert het probleem. Een hoge bloeddruk geeft bovendien een verhoogde kans op hartproblemen en bloedingen in het oog (met blindheid als gevolg) en in de hersenen.
6) Bacterieel onderzoek van de urine
Bij 30% van de nierpatiënten is er sprake van een bacteriële ontsteking in het nierbekken. Deze infectie kan de oorzaak zijn van het nierfalen. Om dit vast te stellen, halen we met een dun naaldje steriel wat urine uit de blaas en zetten dat op kweek. Indien er sprake is van een nierbekkenontsteking zal uw kat langdurig antibiotica voorgeschreven krijgen.
Behandeling
De behandeling van nierfalen bestaat uit diverse onderdelen. De behandeling kan per patiënt verschillen, afhankelijk van de uitslagen van de bovenstaande onderzoeken en het functioneren van de kat.
1) Infuus
Om te zorgen dat eventuele uitdroging wordt opgeheven en om de opgehoopte afvalstoffen uit het lichaam te spoelen, wordt er gedurende drie dagen een grote hoeveelheid infuusvloeistof toegediend. Dit gaat meestal onderhuids.
2) Nierdieet
Een zeer belangrijk onderdeel van de behandeling op de lange termijn is een speciaal nierdieet. In dit dieet zijn de eiwitten en mineralen zo samengesteld, dat de nieren zo min mogelijk belast worden. Dit dieet moet in de meeste gevallen levenslang gegeven worden. Er worden in dierenspeciaalzaken ook nierdiëten aangeboden, deze zijn in veel gevallen onvoldoende effectief als bij uw kat een nierprobleem is gediagnosticeerd.
3) Semintra
Bij katten met chronische nierschade treden er in de nier een aantal veranderingen op waarmee het lichaam probeert de nierfunctie te verbeteren. Als dit mechanisme echter te lang geactiveerd wordt, is het op den duur juist schadelijk voor de nier en gaat er steeds meer nierweefsel kapot. Semintra zorgt dat dit proces geblokkeerd wordt, waardoor de nieren veel minder snel achteruit gaan.
4) Bloeddrukverlagers
Als er sprake is van een te hoge bloeddruk wordt deze behandeld met bloeddruk verlagende medicatie.
5) Stimuleren wateropname
Het is voor een nierpatiënt heel erg belangrijk om voldoende water te drinken. Er zijn een aantal manieren om uw kat te stimuleren meer te drinken:
- Meerdere waterbakjes in huis neerzetten
- Verschillende soorten water aanbieden (kraanwater, bronwater, regenwater)
- Meer natvoer geven, eventueel aangelengd met water
- Waterfonteintje aanschaffen
6) Kalium
Bij een te laag kalium in het bloed, wordt dit via de voeding bijgevoerd. Omdat de meeste nierpatiënten niet goed eten, zullen wij het kaliumpoeder met wat natvoer dwangvoeren. Indien het nodig is deze behandeling thuis verder te zetten, kunt u het kaliumpoeder door een beetje natvoer mengen.
7) Bestrijding bloedarmoede
Als er sprak was van bloedarmoede kunnen we een injectie geven om de productie van rode bloedcellen te stimuleren.
8) Antibiotica bij nierbekkenontsteking
Als uit het bacterieel onderzoek blijkt dat er een infectie in het nierbekken aanwezig is, krijgt uw kat op geleide van een antibiogram gedurende drie weken antibiotica toegediend. Een week na het staken van de medicatie wordt het bacterieel onderzoek herhaald, om zeker te weten dat alle bacteriën gedood zijn.
Controles
Wanneer een kat moet langskomen voor controle is wederom vaak afhankelijk van de situatie. Hieronder staat vermeld hoe de controles meestal verlopen, maar dit kan per kat verschillen.
Eerste controle moment
Twee weken na de eerste behandeling zullen we het bloed controleren. Indien de bloeddruk te hoog was, controleren we ook of deze door de behandeling gedaald is.
Tweede controle moment (niet voor alle patiënten)
Indien er een infectie in het nierbekken aanwezig was, zullen we u vragen vier weken na de eerste behandeling terug te komen voor een tweede urineonderzoek.
Vervolgcontroles
Daarna is het verstandig om tweemaal per jaar op controle te komen. We zullen dan de bloedwaarden controleren en de bloeddruk. Een van die controles kan bij voorbeeld tegelijk met de vaccinatie. Het is belangrijk om de controles regelmatig uit te voeren, om verslechtering vroegtijdig op te merken. Daarnaast kan een nierpatiënt op een later tijdstip alsnog een te laag kalium, te hoog fosfaat of een te hoge bloeddruk ontwikkelen.
Vragen?
Mocht u nog vragen hebben, u kunt de dierenartsen bereiken tijdens het telefonisch spreekuur (maandag t/m zaterdag tussen 08.00 en 09.00) of maak een afspraak met een dierenarts op onze vestiging in Leiden of Voorschoten.